Week 25 – bijna thuis

Cherbourg
Inmiddels liggen we alweer in Cherbourg, Frankrijk en over minder dan een week zijn we alweer thuis. Met nog drie vaardagen is de reis bijna tot zijn einde gekomen. Gelukkig gebeurt er nog steeds een hoop aan boord. Zoals in de keuken:

1 April, ik had keukendienst. Ik doe de deur open, de klink plakt aan alle kanten. Zouden mensen met iets plakkerigs bezig zijn geweest en het niet schoongemaakt hebben? Ik kwam de keuken binnen, lampknoppen afgeplakt, huh? Nou dat zal wel, misschien zijn ze stuk. Ik ga naar de wc: plakkerige bril en deurklinken. Arghhh, ik moest nodig. Snel schoonmaken dan maar. Wacht het is 1 april, er zullen wel wat grapjassen zijn. Eerst vermoede ik Sam en Pascal, maar die bleken van niets te weten. Die plakkerigheid bleek honing, die lichtknoppen bleken ook voor de grap zijn afgeplakt. We wilde havermout gaan maken, daarvoor hadden we melk nodig en die moet je open knippen. Schaar dichtgeplakt, aanstekers ook foetsie. Die bleken in de deur van de oven te zitten. Ik wilde wat folie pakken, rol afgeplakt. Oven aanzetten voor brood, klepje voor de knop dichtgeplakt. Melkpakken opruimen, prullenbak weg. Die stond in de kelder. Gaan zitten op de banken in de eetzaal, zak je zo doorheen. De planken onder de kussens weg. Met de nodige vertraging hadden we toch nog een lekkere pap en twaalf broden en een cake kunnen maken. De middag hebben andere leerlingen voor ons overgenomen. En jawel als grap hadden ze blauwe barfpasta (barf = overgeefsel) gemaakt. Nou echt waar, er zijn maar weinig dingen zo ranzig geweest als die blauwe Mac&Cheese. Het verhaal erachter, buiten je comfortzone stappen. Na een paar dagen heb ik die pasta over boord mogen gooien. Wat een opluchting was dat.

In de keuken is 24/7 activiteit en er is elke dag wel iets te beleven. Zo was ik samen met een ander leerling de eetzaal aan het schoonmaken. Toen we klaar waren, wilden we kaas en vlees uit de koelkast pakken, dat ging prima. Maar toen we die bakken wilden terugzetten, ging het compleet mis. Er kwam een golf en we gingen schuin. Er schoof een grote pan met soep uit de koelkast gevolgd door een blik olijven. Flats, de hele keuken onder. Ik begon met de besmeurde olijven die nog in het blik zaten over boord te gooien, daarna met papier zoveel mogelijk soep opgeruimd. De pan met het goedje ook maar overboord gegooid. De trapleuning die we net hadden schoongemaakt was dus gelijk weer vies. Om de laatste beetjes soep op te ruimen hebben we maar twee emmers met water over de grond gegooid. Maar dat liep niet weg. De afsluiten bleken dicht te staan, dus konden we eerst maar eens in de kelder klimmen om ze te openen. Daarna liep het nog steeds niet goed weg. Met een schroevendraaier heb ik de putjes moeten doorprikken voordat het wegliep. Mijn zeilbroek zat helemaal onder de soep. Gelukkig, na ruim een uur, misschien wel anderhalf, was de keuken weer schoon. We konden er samen in elk geval wel om lachen, alleen maar omdat we graag vleeswaar en kaas wilden hebben. Ik durfde tot na de wacht die koelkast niet meer te openen… Dit ga ik thuis in ieder geval niet meer missen.

Maar weer terug naar het einde. Het is de allerlaatste sailmail waarin ik dit blogje verstuur. De laatste stop voor IJmuiden, de laatste keer keukendienst, bijna ook de laatste keer wassen aan boord. De laatste keer vrije tijd is geweest, de laatste wachten zijn geweest. En ook de laatste scheepsovername is nu bijna begonnen.

De laatste keer vrije tijd hadden we, ditmaal zonder telefoon, in Cherbourg. Nadat we met de lunch waren aangekomen, het schip schoon was en we veilig aan de kade lagen, mochten we tot 19 uur nog even vrije tijd hebben. We hebben wat gegeten, rondgelopen en nog wat gegeten. Ik heb magneet 22 van deze reis gekocht (ik wil niet weten hoeveel geld dat me gekost heeft). Vol verbazing liep ik door deze Franse stad en in de Carrefour. Zoveel keus, zoveel opties, zoveel winkels, zoveel van alles. Waar is dat allemaal voor nodig? Het antwoord is na een half jaar maar zeer beperkt de buitenwereld gezien te hebben: NERGENS. Juist ja, helemaal nergens voor. Na bijvoorbeeld de Kaapverden, Dominica of Cuba kom je erachter dat we in een super luxe maatschappij leven. En al die mensen op hun telefoons: super asociaal. Wellicht ben je het thuis gewend, maar als we met zijn vijven door de stad lopen, snappen we niet waar het voor nodig is. Je kan prima een half jaar zonder je telefoon. En dan nog iets, dat Frans. We komen van allerlei Spaanstalige gebieden en dan ben je in Frankrijk. Waar je steeds ‘Gracias’zei, moet je nu ‘merci’ zeggen, ‘hola’ wordt opeens ‘bonjour’, ‘y’ ‘et’ en ‘si’ ‘ouì’. Even omschakelen dus, maar na een paar keer het verkeerd zeggen, weet je het weer. Morgen dan echt de solo-bivak in een iets afwijkende vorm en daarna neemt de vijfde leerling-kapitein het schip onder haar hoede voor de allerlaatste 300 zeemijl naar IJmuiden. Het allerlaatste stuk!

Volgende week vanuit Arnhem weer een blogje over de allerlaatste week van School at Sea.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.