De verdeling van de welvaart op Cuba door Annerijn, Silke, Thomas – eigen reis Cuba – februari 2019
Hoe beter mensen in hun behoeften kunnen voorzien met de middelen die in beperkte mate aanwezig zijn (tijd, goederen en diensten), hoe welvarender ze zijn. Tijdens onze eigen reis door Cuba hebben we ook gekeken naar de verdeling van de welvaart in het land, de invloed van toegang tot de CUC en wat de gevolgen zijn van de twee munteenheden. In deze blog leggen we uit hoe we de welvaart van een land bepalen en wat volgens ons een goede verdeling zou zijn. Daarna betrekken we de invloed van beide munteenheden erbij en noemen we de voordelen die je hebt als je je inkomen krijgt in CUC, dus als je in de toeristen sector werkt. Als laatste vergelijken we de welvaart zoals we die gezien hebben met de cijfers. Al onze bevindingen onderbouwen we met voorbeelden uit de praktijk.
We merkten dat op sommige plekken er vrijwel geen verschil is tussen de twee munteenheden. 1 CUC komt overeen met 25 CUP. Iedereen kan CUC’s omwisselen voor CUP’s. Als toerist kan je met CUP’s betalen, maar vaak wordt de prijs omgerekend alsof je met CUC’s zou betalen. Je hebt er dan dus geen voordeel bij. In de supermarkt was er uiteindelijk geen verschil tussen of je met CUC’s of met CUP’s betaalde, maar bij bezienswaardigheden was er een duidelijk voordeel te halen als je CUP’s had.
Wij als toeristen hadden geen toegang tot de CUP, dat betekende dat we altijd het dure tarief betaalden. De mensen die het geld van toeristen ontvangen, kunnen dat wisselen voor CUP’s en zo goedkoper ergens naar binnen. In de praktijk gaat het als volgt: wij betalen een taxichauffeur 200 CUC voor een ritje naar Havana. In Havana wisselt de chauffeur de CUC’s om voor CUP’s. Hij krijgt er 5000 CUP voor terug. Wij konden voor dat bedrag 100 keer in Cámara Oscura terwijl de taxichauffeur er maar liefst 2500 keer in kan. Echter kan hij even veel flessen water kopen als wij.
Afbeelding 2: Een fles water van 5 liter kost precies evenveel, onafhankelijk of je met de CUC of CUP betaalt.
Afbeelding 1: In Cámara Oscura (een uitkijkpunt in Havana) betaal je 25 keer minder als je met een CUP betaalt dan als je met een CUC betaald. Het zou kunnen dat je als toerist 50 CUP zou moeten betalen.
(De afbeeldingen konden helaas niet meegekopieerd worden).
In Viñales kwamen we op een tabaksplantage en hier hoorden we dat de plantage 70% van de sigaren moesten afstaan aan de staat. Hier kregen ze geen geld voor. De staat verkoopt ze vervolgens en het geld dat hiermee wordt verdiend gaat ook naar de staat zodat er geen ongelijkheid ontstaat tussen de sigarenplantage eigenaren en andere burgers. De sigaren die ze niet hoeven af te staan, mochten ze zelf verkopen aan toeristen. Per sigaar verdienden ze daar 4 CUC aan. Dat moest ook de kosten dekken van de productie van alle sigaren die naar de staat gaan.
Iedereen die geld verdient in CUC’s is gelijk een stuk rijker, want de staat betaalt iedereen in CUP’s en zeker niet zoveel als dat ze aan toeristen zouden verdienen. Veel toeristen uit westerse landen zijn in Cuba vaak erg rijk. Als toerist betaal je meer dan de lokale bevolking, daarom verdienen Cubanen veel meer aan toeristen dan aan andere Cubanen. Lokalen betalen minder dan toeristen voor dezelfde producten of diensten. De mensen die in CUC’s verdienen, hebben daarom ook een grotere welvaart. Ook het grote aantal toeristen dat naar Cuba komt, zorgt voor veel vraag. Er gaan steeds meer mensen in de toeristensector werken. De toeristensector is om deze redenen een van de grootste sectoren. Zonder toeristen zouden veel mensen arm zijn. Veel mensen willen graag in de toeristensector werken. De hoeveelheid toeristen die naar Cuba komen bepalen uiteindelijk hoeveel mensen er in deze sector kunnen werken. Ook voor toeristen is Cuba niet een duur land. We zagen en hoorden van de tabaksplantage medewerker dat er weinig animo is om tabak te verbouwen in toeristarme gebieden. Van de staat krijg je weinig geld waarvan je lastig rondkomt als je bijvoorbeeld grond bewerkt. Het gevolg hiervan is dat er veel braakliggend gebied is, het is namelijk niet rendabel om het land te verbouwen als er geen toeristen langskomen om je product af te nemen. Op dat braakliggend land kan veel geld verdiend worden als de overheid het toestaat om zelf reclame te maken voor je producten en het mag exporteren. Nu mag je alleen reclame maken voor producten die de overheid steunt (dit zijn o.a. de bekende merken van sigaren en rum) en moeten lokale producenten het hebben van mond tot mond reclame. Alleen wanneer dat zo is, kan je genoeg geld met de verkoop van je producten verdienen, hoorden we.
We hebben met mensen die een mooie, grote casa hadden gesprokken en zij vertelden ons dat ze de verschillende munteenheden helemaal niet erg vinden, omdat dit volgens hen ervoor zorgt dat je land zich op nog meer manieren kan ontwikkelen. Wij denken dat zij dit vooral zeiden omdat zij natuurlijk veel CUC verdienen aan hun casa, wat ze omwisselen voor meer CUP en dat ze dus niet doorhebben dat je anders veel minder verdient. Later vertelde een vrouw die we tegenkwamen dat elke Cubaan van de overheid geld krijgt voor de basisbehoeften. Dit zorgt er dus voor dat in principe niemand dakloos hoeft te zijn. Ook worden alle sociale voorzieningen zoals scholing en gezondheidszorg vergoed door de staat. Volgens haar was er wel een verschil. Dat verschil is in welvaart per persoon. Als iemand naast het geld dat hij of zij van de staat krijgt nog extra daarnaast verdient kan hij of zij luxere producten kopen dan iemand die alleen leeft van het geld van de staat. Wel kunnen ze allebei hetzelfde soort product kopen, maar alleen de rijkere mensen kunnen merkproducten kopen. Als je dus de toeristen munteenheid verdient, zal je eerder een paar Nike schoenen kunnen kopen dan iemand die ergens in een fabriek werkt.
Door de twee munteenheden die in Cuba bestaan, zijn er, zoals al eerder is verteld, grote verschillen in welvaart voor het individu. Maar dit betekent natuurlijk ook dat er in het land zelf grote verschillen zijn. Zo zagen we in Havana veel grote luxe auto’s rijden en waren er veel mooie gebouwen, terwijl er in Viñales veel paardenkarren en trekkers met grote aanhangwagens werden gebruikt voor vervoer. Doordat de mensen in Havana over het algemeen meer toegang hebben tot de CUC omdat Havana door veel meer toeristen wordt bezocht, kunnen de mensen die die munt krijgen dat omwisselen voor hun CUP’s. In Viñales zijn er aanzienlijk minder toeristen en verdienen de meeste mensen hun geld al in CUP. Hierdoor is er in Havana een grotere koopkracht en dus meer
welvaart dan in andere delen van Cuba. Als je geld aan toeristen verdient in CUC’s en dat omwisselt naar CUP’s, levert dat je namelijk meer koopkracht op (want voor sommige producten hoef je in CUP’s een lagere waarde aan geld te geven dan wanneer je in CUC’s betaalt). Dat is de invloed die het bestaan van de twee munteenheden op de welvaart heeft.
Tijdens onze reis hebben we zelf de invloed/effecten van het bestaan van twee munteenheden ervaren. Zo was het bijvoorbeeld dat als je iets kocht in wat niet persé een toeristenwinkel was, je je geld in CUP terug kreeg. Ook hebben we een keer meegemaakt dat toen we ‘oliebollen’ wilden kopen, we of met 1 CUC of met 1 CUP konden betalen, dit wijst natuurlijk op een groot verschil, want zodra iemand met 1 CUC betaalt, verdient het winkeltje er 25 keer zo veel aan dan wanneer iemand met 1CUP betaalt. Ook merkten we dat het lastiger was om als toerist aan de CUP te komen, want als je geld ruilde kreeg je automatisch al CUC en dan zou je het daarna nog eens moeten ruilen om de CUP te krijgen.
Het reëel inkomen per hoofd van de bevolking1 van Nederland is meer dan 4,3 keer2 zo groot als dat van Cuba. Dit zien we terug in de praktijk. Paard en wagen is nog een van de belangrijkere vervoersmiddelen van Cuba terwijl ook moderne auto’s aanwezig zijn in het straatbeeld. Dat er nog veel paarden gebruikt worden, komt door de veel lagere koopkracht van Cubanen vergeleken met Nederlanders. Veel huizen zijn ook vervallen. Welvaart is niet alleen uit te drukken in een financieel cijfer, ook andere factoren spelen een rol. Cijfers vertellen ons dat Cubanen meer calorieën binnen krijgen dan Nederlanders.3 In de praktijk zagen we dat veel Cubanen wat gezetter zijn. Zij kunnen daardoor minder goed in hun behoeften aan gezond eten voorzien dan Nederlanders, want hun eten is over het algemeen ongezonder.
Wij vinden een welvaartsverdeling waarbij iedereen precies evengoed in zijn behoeften kan voorzien niet eerlijk, omdat we vinden dat als je bijvoorbeeld een goede chirurg bent, dat je dan best wat meer mag verdienen dan iemand die in een souvenirwinkeltje werkt. De overheid van Cuba wil een absolute sociale gelijkheid: iedereen verdient evenveel ongeacht je werk. Door de toeristen die Cuba bezoeken, verdienen de mensen in de toeristensector heel veel meer dan het basisinkomen. De verdeling van de welvaart is daardoor niet eerlijk verdeeld, want een bepaalde groep is veel rijker dan de rest van de bevolking. Het is niet zo dat de mensen met het moeilijkste of intensiefste werk het meest verdienen en dat vinden we niet eerlijk.
1 Dit is de som van alle (witte) inkomens verdeeld over de gehele bevolking. Daarna is het aangepast naar de prijzen van het land. Dat maakt het mogelijk om verschillende landen met elkaar te kunnen vergelijken. 2 Cijfers uit 2016; reëel inkomen per hoofd van de bevolking: Cuba: $11.900; Nederland: $52.100 3 Per dag: Cubanen: 3277 kilocalorieën; Nederlanders: 3147 kilocalorieën