Dit blogje is wat later dan normaal, maar dat komt omdat we nu op eigen reis in Panama zijn. Daar gaat het volgende blogje over.
Vlak voor de eigen reis hebben we op de San Blas-eilanden gesurvivald. Dat duurde 2 nachten. Het was nog onzeker of het zou lukken, maar op 14 januari kregen we te horen dat we de volgende ochtend toch zouden vertrekken. De opdracht was: maak een paklijst en zorg dat je alles mee hebt. Wat dat ‘alles’ was, moesten we zelf bedenken. Na een tijdje ontstond er op het krijtbord een mooie en best complete lijst. Ik was zelf nog druk bezig met de film voor de halverwegemiddag (voor de ouders red.). Tussendoor kon ik nog wel wat verzamelen, maar pas op de ochtend van vertrek heb ik alles in mijn tas gepropt. Voor de film heb ik tot 02.30 in de nacht moeten opblijven, maar het is zeker super mooi geworden. Ik geef het toe, de planning had wat beter gekund… Om 6.30 werd ik alweer wakker, ik kon Pascal nog even uitzwaaien en daarna ging ik alles inpakken. Om 9.30 vertrok de eerste bijboot naar het vrijwel onbewoonde eiland. Hierin zaten alleen nog maar algemene spullen. Nadat de bijboot nog een aantal keer op en neer gevaren was, konden we beginnen aan onze hut. Met de meeste jongens hebben we een eigen plekje gemaakt. Als eerste een muur van palmbladeren en met zeiltjes een dakje. Daaronder hingen we onze hangmatten.
Daarna was het tijd om lunch te maken: rijst met bonen en maïs. Eten doen we uit stukken van palmtakken en de lepels waren ook uit hout gesneden. Er werd op een houtsvuur gekookt en dus moest er ook hout gezocht worden. Er is zat hout, het grootste deel bestaat uit palmtakken en die branden niet goed. Goed hout zoeken was best wel een hele klus.
De rest van de dag hebben we de laatste dingen aan onze hut gedaan, gesnorkeld en gewoon ontspannen op het strand. Ook hebben we brooddeeg gemaakt om boven het vuur op een stokje te bakken. Dat was een goed idee, maar het vuur was niet heet genoeg met veel vlammen en dus waren de broodjes zwart van buiten en niet gaar van binnen.
De volgende dag hebben we met de enige paar locals gesnorkeld aan de andere kant van het eiland. Hier hebben we wat vissen gevangen en die ’s avonds boven het vuur geroosterd. Dat smaakte erg goed en het vuur was beter, dus de vis was lekker snel klaar.
Tijdens het snorkelen hebben we veel koraal gezien. Er waren niet bijzonder veel vissen.
Ik vond het erg mooi en na een uur in het warme water van 28 graden Celsius was het maar eens tijd om terug te gaan naar het kamp.
Later deze dag hebben we nog een Beach cleanup gehouden en na een uurtje rapen hadden we al iets van 1500L aan plastic flessen, piepschuim en andere vuil opgeruimd. Ik ben erg tevreden met het resultaat.
In de avond heb nog wat het het vuur gespeeld. Uiteindelijk kregen we groene vlammen en wit gloeiende kolen, extreem heet dus. De dag erna was opruimen en terug naar het schip. Op het schip moesten we alles binnenstebuiten keren om er zeker van te zijn dat er geen insecten meer in spullen zitten. Ook moest alles schoongemaakt worden. Echt alles zat onder het zand. Om 13 uur was alles weer helemaal opgeruimd en was het dek weer schoon zodat we konden vertrekken naar Portobelo. Rond middernacht kwamen we daar aan. Dat betekende dat het alweer bijna tijd was voor de volgende leuke activiteit: de eigen reis Panama. Op dit moment is die nog bezig en het volgende bericht gaat erover.